‘Er is nog zoveel niet gezegd…’

Wouter Muller over ‘De uittocht uit Indië’ (van Wim Willems

uit: M O E S S O N  februari 2002      Pagina 10 tot en met 13 

Wouter Muller (Bandoeng, 1947) is muzikant, tekstschrijver, componist en lid van de KJBB. Trad vele malen op met zijn voorstelling ‘Wat is een Indo?’ en bracht daarvan een CD uit. Werd bedolven onder stapels vaak aangrijpende reacties. Die reacties vormen  zijn reden om nu te reageren op het artikel van Victor Joseph (Moesson, november ’01) over het boek ‘De uittocht uit Indië’ van Wim Willems. Tegenover de door Wim Willems onderzochte feiten van vroeger vraagt Muller aandacht voor de beleving van nu. Hij daagt Willems ook uit voor een debat, want er is wel veel geschreven, maar ‘er is nog zoveel niet gezegd’.

Pantat
Enschede, februari 2001. Het is guur weer. Ik loop over de markt, mijn handen diep in mijn zakken, mijn boodschappenlijst in mijn hoofd. Een mij onbekende Indische man houdt mij plotseling aan. “Hé, u was toch op televisie?”  Een diepgegroefd gezicht met vriendelijke ogen kijkt mij aan. Beslist ouder zijn dan 70, denk ik. Hij blijkt me te herkennen van het programma dat Zembla in januari van dat jaar uitzond over “Het Gebaar”. (De bewuste opnamen waren gemaakt op een BKK bijeenkomst in Ede op 18 november 2000)
We raken daarover in gesprek en ik wil graag weten wat hij daarvan vindt. Hij steekt een vuist in de lucht en zegt geëmotioneerd: “Toen ik het geld zó hard nodig had, moest ik alles tot de laatste cent terug betalen. En nu, nu ik door jarenlang hard werken er zélf voor heb gezorgd, dat ik het niet meer nodig heb, willen ze me nú nog een beetje geven? Nou, ik zou zeggen, meneer Kok, stop dat geld maar in je pantat!” 
Zijn trotse woorden zouden nog lang in mij nadreunen.

Wim Willems
Dit waar gebeurde verhaal kreeg ik niet meer uit mijn hoofd na het lezen van het artikel ‘Een arena van belangen’ van Victor Joseph over ‘De uittocht uit Indië’ van Wim Willems in Moesson (november ‘01).  Maar waarom? Laten we met Wim Willems beginnen. 

Historici die wetenschappelijke vakkennis kunnen combineren met integriteit en betrokkenheid zijn schaars gezaaid. Wim Willems is er gelukkig éen van. Hij heeft in zijn loopbaan al eerder lezenswaardige artikelen en bundels over Indië en Indische Nederlanders gepubliceerd en organiseerde ook diverse Indische Studiedagen. Nu heeft hij een belangwekkende uitgave tot stand weten te brengen over de uittocht uit Indië en de daarop volgende opvang van ruim 300.000 Indische Nederlanders in ons land. Uit historisch oogpunt een prijzenswaardige publicatie. 

Terecht dat Moesson daar een artikel aan wijdde. Het gaat immers om ‘onze’ geschiedenis. Het is belangrijk dat die geboekstaafd wordt aan de hand van geverifieerde feiten en gebeurtenissen. Het is belangrijk dat die vervolgens in een historisch verband worden geplaatst. Dan kunnen er verantwoorde conclusies worden getrokken. Dan kunnen er (nieuwe) inzichten ontstaan die ons in staat stellen hoe wij nu de gebeurtenissen van vroeger moeten bezien. Dat is de taak van historici, zoals Wim Willems. Dan kunnen we uit het Indische verleden ook lessen voor de toekomst trekken. Met grote belangstelling heb ik daarom het betreffende Moessonartikel gelezen. En dacht toen weer aan die meneer op de Enschedese markt.
 
Een ander verhaal
Nu ben ik geen geleerde historicus, maar een simpele muzikant, een Indische jongen van de 2e generatie (Bandoeng, 1947). Ik schrijf geen historische boeken, maar liedjes en teksten. Ik was 5 jaar tijdens de uittocht uit Indië en de ontvangst in Nederland. Ik kom dus op zeer glad ijs als ik reageer op Willems publicatie en zijn uitspraken in de Moesson. Toch waag ik het erop.Waarom? Omdat Wim Willems zijn werk niet goed gedaan heeft? Integendeel, hij heeft een gedegen historisch werkstuk afgeleverd. Daar zou je eigenlijk blij om moeten zijn. Alleen voelt dat niet zo. Waarom niet? Om die Indische meneer op de Enschedese markt, die vindt dat onze minister-president dat hele Gebaar maar in zijn pantat moet steken. Of om die dappere ingezonden brief van mevrouw Van Dijck in de Moesson (december ’01), die hevig geëmotioneerd raakt na het lezen van hetzelfde artikel. En vooral vanwege ruim driehonderd reacties op onze voorstelling ‘Wat is een Indo?’ en op de daarvan verschenen CD ‘Hier & Daar’. 

Al deze reacties hebben mij geleerd, dat er nog een heel ander verhaal te vertellen valt. Een verhaal dat Wim Willems in de Moesson niet vertelt. Dat is het verhaal van de betrokkenen zelf! Dat is het verhaal van degenen die na vele verschrikkingen in Indië de ontvangst in Holland aan den lijve hebben ervaren. Dat is het verhaal van degenen die hier weer van vooraf aan moesten beginnen. Voor zichzelf, voor hun kinderen. Dat is het verhaal van de materiële nood en - waarschijnlijk nog erger – de immateriële ontkenning. Ontkenning van een rijke historische en culturele afkomst, ontkenning van geleden leed, grote verliezen en doorstane ontberingen. Ontkenning van waar je vandaan kwam en gelukkig en trots op was. Dat is ontkenning van datgene waar een mens zich aan vastklampt als ie opnieuw moet beginnen. Dat is ontkenning van identiteit en eigenheid. Dat is ontkenning van je bestaan. Dát is het verhaal van de waarachtig niet uit vrije wil zwijgende ouders. Ontvangst in Holland is dus meer dan het verhaal van hier heersende onwetendheid, maar ook het verhaal van ontkenning van overheidswege.
 
Tweede generatie
Maar is er nog meer. Het is ook het verhaal van Indische kinderen die daarmee moesten omgaan. Opgroeien met trots en bewondering voor je ouders, die zich niet als slachtoffers gedroegen, maar hun eigen en jouw toekomst zélf in handen namen. Opgroeien met het weglaten van allerlei vragen om het stil verdriet niet erger te maken. Je ouders in hun eigen waarde laten, je eigen ouders sparen. Opgroeien met boosheid over wat hen is overkomen, maar ook met boosheid over hun eigen zwijgen. Ouders die hun kinderen niet met hun vroegere ellende willen belasten en mijn god, wat valt dat te begrijpen. Maar ook opgroeiende kinderen die juist die moeilijke dingen met hun eigen ouders hadden willen delen en mijn god, wat valt dat óok te begrijpen. Hoe kun je trots zijn op je ouders en ze tegelijk verwijten dat ze zo gezwegen hebben? En wat te denken van volwassen wordende kinderen die zich daarbij afvroegen: hoe leg je dit uit aan een ander?     

KJBB
Dit is het verhaal zoals ik ervaren heb van de eerste en tweede generatie. Dat ik hoor, elke keer als we weer optreden en na 80 voorstellingen kan dat geen toeval meer zijn. Dit is het verhaal dat ik lees in de brieven als reactie op de CD die we maakten. Dit is het verhaal waarvan ik jarenlang dacht: dat was alleen bij ons zo. Dit is het verhaal achter de meneer op de Enschedese markt en achter de brief van mevrouw Van Dijck. Dit is het verhaal, dat door velen is verborgen, verzwegen en verdrongen. Niet uit Oosterse bescheidenheid, maar om te overleven.  Dit is het verhaal dat na vijftig jaar nog zovelen dwars zit. Niet als slachtoffers, maar als mensen die niet opnieuw ontkend willen worden in hun bestaan, eigenwaarde en zelfrespect. In dat verband heb ik als muzikant de waarde van de KJJB leren kennen. Deze vereniging doet landelijk en regionaal heel goed werk door aan wie dat wil de unieke combinatie te bieden van ontmoeting, gezelligheid en de veiligheid voor ‘het eigen verhaal’. Een plek om op verhaal te komen. We mogen blij zijn met bijeenkomsten met zo’n bindende functie. 

Maar het simpele feit, dat zulke activiteiten nu nog – vijftig jaar na de uittocht uit Indië - bestaansrecht hebben, is een levend bewijs voor nog heel veel bestaande woede en pijn. Wim Willems spreekt over ‘een arena van belangen’ toen. Ik beluister ‘een arena van verlangen’ NU! Een verlangen naar erkenning van datgene wat vaak niet gezegd kon worden, maar wél is gebeurd. Erkenning van feiten en gebeurtenissen die nog altijd diepe sporen trekken in het leven van menigeen uit de eerste én tweede generatie. Tegenover de historische feiten van Wim Willems over de uittocht uit Indië pleit ik voor de beleving daarvan door betrokkenen van nu.  Er is een arena van verlangen naar recht op de persoonlijke beleving daarvan. Want er is dan wel veel geschreven, maar er is nog zoveel niet gezegd.

Geen migranten
Wat is er dan mis met Wim Willems? Eigenlijk niets. Hij heeft een degelijk historisch overzicht geschreven over de uittocht uit Indië en dat was zijn opdracht. Het wordt wat anders als hij of anderen daar suggestieve uitspraken over doen. Het wordt wat anders als huidige inzichten met terugwerkende kracht op het verleden geplaats worden. Je kunt de ‘repatrianten’ van toen nu wel ‘migranten’ willen noemen, maar daar worden ze nu echt niet anders van. Want zo werden ze toen niet genoemd, zo voelden ze zich niet en zo waren ze ook niet. Dat de uitkering voor oorlogsslachtoffers ‘45-’49 voor mensen uit Indië hoger lag dan voor andere oorlogsslachtoffers, mag dan waar zijn, maar voor de betrokkenen zelf maakt dat de feiten van toen en beleving daarvan nu niet anders. 

Willems hoop dat met zoiets een genuanceerder inzicht zal ontstaan in ‘wat er destijds werkelijk met de Indische groep is gebeurd’ wordt gelogenstraft. Door die Indische meneer op de Enschedese markt, door die dappere mevrouw die haar ingezonden brief beëindigt, ‘omdat ze naar therapie moet’ en door de talloze verhalen die mij als muzikant overkwamen. En terecht, want met nieuwe historische feiten verander je misschien wel vastgeroeste beelden, maar niet het geheugen van mensen en datgene wat in hun hart is gegrift. 

De toekomst van Indië
Wat nu? Soms denk ik: laten we toch ophouden over het verleden. Laten we ons richten op de toekomst, er is nog zoveel meer te doen. Niet meer terugkijken naar wat is geweest, maar alleen vooruitblikken naar wat komt. Net zoals onze ouders dat destijds hebben geprobeerd. Maar dan leren we niet van onze eigen geschiedenis. Hoe kun je de toekomst tegemoet gaan, als het verleden nog geen plaats heeft gekregen? Het moet dus anders, maar hoe? Laten we stoppen met zwijgen. Laten we elkaar de verhalen gaan toevertrouwen, die nog niet verteld kónden worden. Laten we gaan luisteren naar elkaar en zo onze eigen geschiedenis maken. Laten we onze eigen verhalen gebruiken voor ieders eigen koers naar ieders eigen toekomst. Laten we tegenover het geschiedenisverhaal van Wim Willems een verhaal van de toekomst maken. 

De wereld verandert niet door wat vroeger is gebeurd, maar door mensen die in de toekomst geloven. We moeten ‘De uittocht uit Indië’ van Wim Willems daarom niet verketteren, maar serieus nemen en daarover met hem en elkaar in debat gaan. Wie durft?  Ik ben geen historicus, maar durf daar wel van te verliezen. Daarom daag ik Wim Willems hierbij uit voor een openbaar debat. Ik nodig hem uit om naar aanleiding van zijn laatste boek daarover met mij en u onze degens te kruisen. Hij met zijn boek, ik met mijn gitaar en u met uw verhalen. Plaats van handeling? Mijn voorstel: Het Indisch Huis te Den Haag. Wanneer? Dat horen we hopelijk gauw van Fred Venema, de nieuwe voorzitter, die onlangs in de Moesson verklaarde zich vooral voor de toekomst te willen inzetten.
Kijk, dat komt dan meteen goed uit.    

Ongeschreven boek
De uittocht uit Indië was destijds voor meer dan 300.000 mensen de gebeurtenis van hun leven. Dat is het nog steeds voor degenen die daar nog van over zijn. Reden genoeg om daar een boek over te schrijven. Wim Willems deed dat. Maar ik geloof dat er in vele harten nog een ander boek van bestaat. Een nog ongeschreven boek. Laten we elkaar helpen om dat boek zichtbaar te maken. *) Voor uzelf, voor uw dierbaren, voor die Indische meneer op de Enschedse markt, maar vooral voor de toekomst. Want zoals gezegd: ‘er is nog zoveel niét gezegd…..
 

ze kwamen vroeger met z’n allen, 
maar ze gaan nu éen voor éen,
de mensen van de eerste generatie
en velen zijn al gevallen
of gaan nog van ons heen,
dus wie weet dan nog iets 
van hun frustratie,
van hun woede, van hun pijn
om hier een vreemdeling te zijn
zonder aanzien, zonder recht,
er is nog zoveel, zoveel niet gezegd

ze hadden zoveel te vertellen,
maar werden nauwelijks gehoord,
de mensen van de eerste generatie
en ze hebben hun verhalen
maar in stilte gesmoord,
dus wie weet dan nog iets 
van hun prestatie,
van hun strijd om een nieuw bestaan,
zo ver van hun wieg vandaan,
voor ‘eigen meester, niemands knecht’ ,
er is nog zoveel, zoveel niet gezegd.

(fragment uit ‘Orang Belanda Blues’, tekst/muziek: wouter muller)
 
*) zoals in ‘Vrouwen van toen’, een KJBB-uitgave over de rol van moeders in de oorlog (uitgave december ’01)
 


De CD 'Hier en daar'